Psychomotorische Kindertherapie is een vorm van hulpverlening op basis van bewegings- en lichaamsgerichte activiteiten, ondersteund door spel, ritme, muziek, taal en creatieve middelen. De therapeut creëert een veilig klimaat, afgestemd op het ontwikkelingsniveau, de behoeften en gevoelens van het kind. Het zet hierbij het middel in, waarmee het kind zich het beste kan uiten.

Kinderen ervaren de therapie hierdoor doorgaans niet als belastend, maar juist als leuk. Er wordt gewerkt vanuit de sterke kanten, talenten en ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Het kind krijgt zo de kans te experimenteren met nieuw gedrag, negatieve ervaringen te verwerken en positieve ervaringen op te doen. Op deze manier ontstaat er ruimte voor het kind om zich verder te ontwikkelen, waarna ouders en kind op eigen kracht weer verder kunnen.

“Vertel het me en ik zal het vergeten

Laat het me zien en ik zal het misschien onthouden

Laat het me ervaren en ik zal het me eigen maken”

Confucius

In de ontwikkeling van kinderen speelt spelen en bewegen een belangrijke rol. Kinderen zijn altijd in beweging. Al spelend en bewegend leert een kind zichzelf en zijn omgeving kennen en hij wordt zich bewust van de wereld om hem heen. Het kind leert van de ervaring die het opdoet door spel en beweging. Wat een kind aan den lijve ervaart en voelt zal veel eerder iets van het kind zelf worden, dan wanneer het kind het ziet of hoort. Wanneer je iets zelf ervaart of voelt kun je dit beter plaatsen: opslaan op je eigen interne harde schijf. Je slaat het op en de volgende keer kun je vanuit dit geheugen een efficiëntere handeling neerzetten, omdat je weet, herkent dat je de handeling al een keer eerder hebt gedaan. Een kind dat gemakkelijk speelt en beweegt bouwt een goed zelfgevoel op, zodat het zich thuis voelt tussen leeftijdsgenootjes, op school en in het gezin.

Psychomotorische Kindertherapie sluit aan bij datgene wat een kind van nature al in zich heeft: beweging, muzikaliteit, creativiteit, sport en spel. Al bewegend en spelend wordt het kind in staat gesteld te uiten wat het niet in woorden kan uitdrukken en zodoende kan het oefenen met nieuw gedrag. Een kind laat tijdens het spelen en bewegen als het ware zien wie hij is: hoe hij denkt, hoe hij zich gedraagt, hoe hij handelt of hoe hij zich uitdrukt. Problemen die zich tijdens de ontwikkeling voordoen zijn vaak terug te zien in spel, beweging, de lichaamsbeleving en het gedrag van het kind.

Psychomotorische Kindertherapie biedt kinderen een herkansing; de therapie biedt kinderen de mogelijkheid om nieuwe ervaringen op te doen en/of negatieve ervaringen te verwerken.

Psychomotorische Kindertherapie is er voor kinderen van 3 tot 13 jaar die uit balans zijn geraakt en/of (dreigen) vast te lopen in hun ontwikkeling en dit in hun gedrag of lichaamstaal laten zien. Kinderen kunnen dit uiten in één of meer van de volgende gedragskenmerken:

Lichamelijk

  • Onhandig of houterig
  • Overbeweeglijk of passief (mogelijk leidend tot obesitas)
  • Problemen met de motorische basisvaardigheden
  • Problemen met de fijne motoriek / schrijfproblemen
  • Coordinatieproblemen
  • Lichamelijke klachten zonder duidelijke medische oorzaak
  • Zindelijkheidsproblemen

Sociaal – emotioneel

  • Teruggetrokken of agressief
  • Onzeker of (faal)angstig
  • Negatief zelfbeeld
  • Moeilijk contact maken en/of onderhouden met volwassenen of andere kinderen
  • Gespannenheid
  • Emotieregulatieproblemen, zoals bijvoorbeeld snel boos worden
  • Emotionele problemen bij het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis

Cognitief

  • Aandachts- , motivatieproblemen
  • Planningsproblemen
  • Impulsiviteit
  • Informatieverwerkingsproblemen

 

Kinderen kunnen ook vastlopen in hun ontwikkeling als gevolg van:

  • Klachten, problemen, stoornissen die betrekking hebben op: AD(H)D, Autisme, hechtingsproblematiek, hooggevoeligheid, DCD, lichamelijke beperkingen, neurologische aandoeningen, taal/spraakproblemen, ziektes zoals kanker of andere andere aandoeningen.
  • Een traumatische gebeurtenis in hun leefomgeving, zoals: ziekte, verlies, scheiding, pesten of seksueel misbruik.

PMKT binnen de ambulante hulpverlening is niet geïndiceerd wanneer er duidelijk sprake is van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld, ernstig verstoorde gezinsomstandigheden of de problematiek anderszins zeer complex of ernstig van aard is. In dergelijke gevallen dient de psychomotorische kindertherapie plaats te vinden binnen een multidisciplinair behandelteam. Zo nodig wordt naar een passend alternatief gezocht of doorverwezen.

Psychomotorische therapie wordt individueel aangeboden aan het kind.

Oriënterend gesprek

Dit is een gratis gesprek dat telefonisch, op locatie of bij u thuis gehouden kan worden. Het is bedoeld om ouder(s)/verzorger(s) nader te informeren over psychomotorische kindertherapie en om kennis te maken met de therapeut.

Intake gesprek

In dit gesprek met ouder(s)/verzorger(s) wordt uitgebreid ingegaan op de ontwikkeling en de problematiek van het kind. De therapeut verzamelt daarnaast alle psychologische – , school – en eventuele medische gegevens van uw kind.

Onderzoek

Dit onderzoek vormt de basis van de therapie. Het kind maakt kennis met de therapeut en wordt gedurende ca. 3 sessies geobserveerd. Thema’s die aan de orde komen zijn onder meer: contact met het eigen lichaam, plezier in bewegen, zelfcontrole, zelfvertrouwen, expressiviteit en sociaal gedrag.

Tijdens het onderzoek wordt inzicht verkregen in het sensorische – , motorische -, emotionele -, cognitieve – en sociale functioneren van het kind. Tevens zal de therapeut in deze fase, indien mogelijk en gewenst, contact opnemen met de school en misschien een keer meekijken in de klas.

Vervolgens wordt het gedrag bekeken in het licht van alle gegevens over de aanleg en leefomgeving (in heden en verleden) van het kind. Op deze manier krijgt het gedrag een bepaalde betekenis en ontstaat er inzicht in het ontstaan, de aard en de ernst van de problematiek.

De uitkomst van het onderzoek leidt tot een persoonlijk advies. Wanneer de ouder(s)/verzorger(s) akkoord gaan stelt de therapeut een individueel behandelplan op en kan de therapie starten.

Overleg

Tijdens de therapie hebben ouder(s)/verzorger(s) regelmatig contact met de therapeut om de voortgang van de therapie en de ontwikkelingen die het kind laat zien te bespreken. Het is van belang dat ouder(s)/verzorger(s) betrokken worden bij de behandeling om een optimaal resultaat te bereiken. Zij ondersteunen het kind de geleerde vaardigheden toe te passen in hun leefomgeving. Ook anderen die het kind begeleiden kunnen worden betrokken bij het proces (bv. school).

De therapie wordt afgesloten met een eindgesprek wanneer de gestelde doelen behaald zijn. Indien nodig wordt er doorverwezen naar andere professionals.